Dieren

2. Geschiedenis
Er is een lange geschiedenis van het konijn. Ik ga daar een stukje van vertellen. Het eerste volk dat konijnen ving, waren de Romeinen. Zij vonden het vlees erg lekker, en de vacht konden ze gebruiken om kleding van te maken. Na de Romeinen hielden de franse kloosterlingen de konijnen in gevangenschap. De ‘gewone mensen’ (de wat armere mensen) gingen ook konijnen houden. Het vlees werd gegeten en van de vacht maakten ze bontjassen. Tijdens de oorlogen werden konijnen veel gefokt, omdat konijnen weinig plaats innamen en goedkoop aten. Zo hadden de mensen toch nog vlees in de oorlog. Tot het jaar 1850 werden konijnen alleen gefokt en gehouden om hun vlees en hun vacht voor de bontjassen. Ze werden nog niet voor de lol gehouden. Pas na de tweede wereldoorlog (vanaf het jaar 1945) werden konijnen als huisdier gehouden.

3. Wat moet je iedere dag voor je konijn doen?
· Iedere dag eten geven.
· Iedere dag zijn fles of waterbakje verschonen.
· Nieuw hooi,stro geven.
· En VOORAL aandacht geven.
· Kijken of je konijn gezond is.

4. Verzorging
Een konijn wast zichzelf erg veel. Een konijn zelf kan geen nagels laten slijten, dus kun je ze knippen. Dat kun je bij de dierenarts laten doen, maar wij doen het zelf. De tanden van een konijn groeien het hele jaar door. Dus moet je er voor zorgen dat het konijn iets heeft om aan te knagen (een knaagblok). Als de vacht van een konijn niet glad is en niet zacht, dan is hij/zij niet gezond. Het meest wast een konijn zijn/haar gezicht, en het grappigste is als ze hun oren wassen. Als ze hun achterpoten wassen dan strekken ze die helemaal lang uit.

5. Hok
Als je een konijn hebt dan zetten de meeste mensen hem in een hok. Maar konijnen moeten net als mensen ook beweging krijgen. Je kunt hem bijvoorbeeld binnen laten lopen, of een buitenren voor het konijn maken of kopen. Onze konijnen lopen af en toe los in de tuin. Als je een konijn een maand of twee in zijn hok laat zitten dan kan hij bijna niet meer lopen. Als je een konijn laat lopen gaat het soms van plezier sprongetjes maken. Het maakt niet uit in wat voor een hok je het konijn doet. Een konijn dat altijd al buiten heeft gestaan moet je niet opeens binnen zetten, want de temperatuur van binnen en buiten verschilt veel. Onze konijnen staan buiten in een groot hok.

6. Dierenarts
Een dierenarts helpt dieren gezond te houden en zieke dieren weer beter te maken. Hij kan je vertellen hoe je je konijn moet verzorgen, en heb je vragen over je huisdier, dan kan je dat altijd aan hem of zijn assistente vragen. De assistente helpt de dierenarts. Zij weet ook veel over konijnen. Als je konijn ziek is, geeft de dierenarts je een medicijn en vertelt wat je moet doen zodat je konijn weer beter wordt. Mijn konijn is ook eens erg ziek geweest, we dachten dat hij dood ging, maar gelukkig heeft de dierenarts hem weer helemaal beter gemaakt. We moeten mijn konijn goed in de gaten houden en vaak haar kontje wassen, anders wordt ze weer ziek.

7.Beroemde konijnen.
· Stampertje
· Bugs bunny
· Peter Rabbit
Fruittelers hebben vaak last van vogels die van het fruit komen eten. Vooral van spreeuwen. Bij de boomgaarden worden dan nestkasten geplaatst in de hoop dat er dan een torenvalk in gaat nestelen zodat de valk de vogels op een afstand kan houden. Ook vangt hij veel muizen die anders de wortels van de bomen zouden opeten. De valken zijn dus nuttige vogels.
Wat is een torenvalk en hoe ziet hij eruit?
Alle soorten valken jagen overdag op levende prooien. Torenvalken grijpen hun prooi op de grond. Daar zijn ze dan ook echt voor gebouwd. Het voorste deel van hun lijf is het zwaarst, zodat ze makkelijk kunnen duiken. Alle soorten valken hebben lange, puntige vleugels, een rechte staart, sterke vliegspieren en een snelle vleugelslag. Ze zijn bijzonder wendbaar en ze kunnen hun snelheid plotseling enorm opvoeren. De vrouwtjes zijn altijd wat groter dan de mannetjes. Maar die zijn weer wat kleuriger. De torenvalk is een roofvogel. Ze komen over de hele wereld voor. Er zijn wel honderden verschillende soorten. Roofvogels worden onderverdeeld in twee grote groepen. De dagroofvogels en de nachtroofvogels. Nachtroofvogels jagen voornamelijk ’s nachts. Bijv. de uilen. Dagroofvogels jagen voornamelijk overdag. Hier hoort de torenvalk ook bij. De dagroofvogels worden onderverdeeld in 4 families. De gieren, de secretarisvogels, de havikachtige en de valken. De torenvalk is dus van de valkenfamilie. Andere familieleden zijn bijv. de boomvalk en de slechtvalk. De torenvalk, zoals hij in Nederland voorkomt, is een kleine roofvogel. In vergelijking met de andere valken heeft de torenvalk een betrekkelijk lange staart. Van snavel tot staartpunt meet hij ongeveer 34 centimeter. Waarvan ongeveer 14 cm. Voor rekening komt van de staart. De spanwijdte tussen de vleugels bedraagt zo’n 75 cm. Toch is de torenvalk maar een kleintje onder de roofvogels. Een buizerd die je hier ook vaak ziet en die soms ook “bidt” is wel 4x zo groot.
Welke wapens heeft de torenvalk?
De torenvalk heeft speciale wapens die bij een roofvogel horen. Hij heeft 4 wapens. Het 1e wapen zijn hele scherpe ogen. Hij kan op een afstand van 100 meter een veldmuis zien lopen. Zijn 2de wapen is zijn snavel. Met de scherpe punt aan zijn snavel, de valketand, doodt een torenvalk zijn prooi met één knauw. Andere roofvogels missen die valketand. Het 3e wapen zijn z’n vlijmscherpe klauwen. Drie tenen naar voren en één teen naar achteren. Samen vormen ze een klem, waar een prooi niet levend uit komt. Zijn 4de wapen is het ‘bidden’. Heel snel met zijn vleugels slaand blijft een torenvalk op dezelfde plaats in de lucht hangen om zijn prooi te beloeren. De torenvalk is een stootjager. Dat wil zeggen dat hij zich op zijn prooi laat vallen. Soms doet hij dat vanaf een vaste zitplaats op een paaltje in de wei of een hoge boom. Die plek noemen we de valpaal. Maar hij kan zich ook van grote hoogte op zijn prooi laten vallen.
Wat eet de torenvalk?
Een torenvalk eet vooral veldmuizen. Hij vangt er gemiddeld zo’n 3 á 4 per dag. Als er weinig muizen zijn, jaagt hij ook wel op andere dieren.
Bijvoorbeeld sprinkhanen, kikkers of zelfs jonge ratten en mussen. Om zijn prooi op te eten, zoekt de torenvalk een rustige plaats op. Hij houdt het dier met zijn klauwen vast en scheurt er met zijn snavel kleine stukjes af. Heeft hij veel haast, dan wordt in 1 keer de kop van de muis verwijderd. Daarna slikt hij het hele dier direct naar binnen. Dan heeft hij dus het voordeel van zijn valketand. Daarmee kan hij zijn prooi heel stevig vasthouden tijdens het eten. Net als uilen spuwen dagroofvogels sommige etensresten uit. Dus ook de torenvalk. Dat zijn resten die in de maag niet verteren. Ze vormen een soort prop, die braakbal wordt genoemd. Vaak zitten er ook voedseldelen in die te groot waren om in de maag te komen. De meeste braakballen liggen onder de nesten van de torenvalken. Ze zijn vaak verschillend van vorm. Dat heeft te maken met het soort voedsel dat ze hebben gegeten. Braakballen worden meestal in de morgenuren uitgespuwd.
Hoe broeden de torenvalken?
Het seizoen begint aan het einde van de maand maart als de mannetjes- en vrouwtjestorenvalken elkaar gaan opzoeken. Het mannetje trakteert het vrouwtje op een ware luchtshow. Hij laat haar al zijn vliegkunsten zien om haar te versieren. Deze hofmakerij noemt men in de vogelwereld de baltsvlucht. De baltsvlucht van de torenvalk gaat gepaard met een voortdurend “kie-kie-kie” geroep van het mannetje. Op het laatst gaat het vrouwtje op zijn toenaderingen in. Het mannetje weet dan dat zijn huwelijksaanzoek met “ja” is beantwoord. Ze gaan dan op zoek naar een geschikte broedplaats. Torenvalken maken geen eigen nest. Ze gebruiken oude nesten van andere vogels, beschutte plekjes. Dat kunnen holtes in bomen, rotswanden, torens enz. zijn. Ook maken ze graag gebruik van nestkasten. Ze stellen geen grote eisen. Alleen moeten ze hun nest gemakkelijk vliegend kunnen bereiken. Als ze een
geschikt nest hebben gevonden dan legt het vrouwtje 5 tot 6 bruingevlekte eieren. (foto). Dit gebeurt in de laatste weken van april. Om de 2 dagen wordt er 1 ei gelegd. Het wijfje broedt hoofdzakelijk. Het mannetje draagt dan voedsel aan. Na een broedtijd van ongeveer 1 maand komen de jongen uit. Ze zijn dan erg hulpeloos en kunnen eigenlijk nog niets. Valkenbaby’s zijn nestblijvers. Dat wil zeggen dat ze na de geboorte nog lange tijd op het nest blijven om sterker en groter te worden. Doordat de eieren met tussenpozen worden gelegd, worden de jongen ook met tussenpozen geboren. Het eerste jong is dus al flink gegroeid als de laatste tevoorschijn komt. Soms kan de jongste het dan ook niet bolwerken tussen zijn grotere broers en zussen. Dan gaat hij dood van de honger. Omdat de jongen in het begin nog zo hulpbehoevend zijn, scheurt de moeder voor hen de prooidieren in stukken. Het meeste voedsel gaat naar het jong dat zich het hoogst ophef en zijn bek het verst opent. Na ongeveer 2 weken houdt de moeder op de prooi in stukken te scheuren. De jongen moeten zelfstandig worden en leren zelf hun eten klaar te maken. Vanaf de 2e week gaat ook vader valk zich met zijn hongerige kroost bemoeien. Na ongeveer een maand zijn de dieren volgroeid en groot genoeg om het nest te verlaten. Het oudste jong gaat weer voorop en maakt een proefvlucht van enkele meters naar beneden. Ze blijven nog enkele dagen in de buurt van hun ouders. Daarna gaan ze ieder hun eigen weg.
Wat voor doodsoorzaken zijn er voor de torenvalk?
Dat torenvalken zo snel de dood vinden heeft verschillende oorzaken.
- Ze worden opgegeten door andere roofdieren zoals de hermelijn, de wezel en grotere roofvogels.
- Hoogspanningslijnen. De torenvalk kan zich ertegen te pletter vliegen
- De mens. Vroeger werd er op de akkers en weilanden giftige stoffen gestrooid. Die waren bedoeld om onkruid en schadelijke insecten te verdelgen. Muizen werden daardoor ook bedwelmd en konden heel gemakkelijk door de torenvalk gepakt worden waardoor de valk zelf ook vergiftigd werd.
- Er werd op gejaagd. Nu is dit verboden door de wet. De torenvalk is een beschermd dier geworden.
Zijn torenvalken nuttig?
Een groot gedeelte van de tientallen miljoenen zeepaardjes worden door de mensen gedood. Ze worden levend in de zon gelegd om te drogen. Deze zeepaardjes worden dan gebruikt voor Chinese schoonheidspoeders of voor souvenirs en gelukshangers. Dit laatste vind ik minder tof natuurlijk.
Kenmerken:
De ogen van een zeepaardje kunnen elk afzonderlijk naar een ander voorwerp kijken. Dit is handig om voedsel te zoeken. Groot zijn ze niet. Het zeepaardje is maximum 20 cm. Er zijn wel 20 soorten zeepaardjes. De helft leeft in de zeeën rond Australië. De rest vindt een goede thuishaven aan de Atlantische kusten van Europa, Afrika en Noord-Amerika en in de Stille Oceaan. Zeepaardjes verschillen veel van kleur: meestal zijn ze licht - of halfbruin, versierd met vele witte vlekken. Het zeepaardje heeft een stevige rugvin. Als zijn vinnen beschadigd zijn, herstellen ze zich uitzonderlijk snel.
|
|
|
Rechtop zwemmers:
Zeepaardjes zitten het liefst in ondiep kustwater waar ze tussen het zeewier en het zeegras te vinden zijn. Hun rugvin gaat 35 keer per seconde heen en weer. De kop van het zeepaardje dient als stuur. Als de kop naar rechts gaat, dan gaat het zeepaardje ook naar rechts. Gaat het kopje naar links...dan... inderdaad !!!
Met zijn staart kan hij zich ergens aan vastklemmen. Zo kan hij in de stroming weer voedsel opvangen.
|
|
|
Happen of zuigen?
Zeepaardjes eten eigenlijk alle kleine zwemmende diertjes op zoals kleine kreeftachtige diertjes, maar ook vislarfjes.Het zeepaardje zuigt of hapt zijn eten. Ze hebben geen tanden. Ze kunnen hun eten opzuigen vanaf een afstand van 3 cm.
Mannenwerk:
Iedereen denkt dat vrouwtjes alleen maar zwanger kunnen worden. Wel dit is niet waar. Bij de zeepaardjes is dit anders. Het vrouwtje geeft de eitjes aan het mannetje. Dit kunnen er wel 200 zijn. Het mannetje bewaart ze in de buidel waar ze dan ook geboren worden. Het mannetje bevalt dus van de kleine zeepaardjes. Na deze gebeurtenis is het mannetje vaak totaal uitgeput en sterft dikwijls. Het babyzeepaardje ziet er zoals een volwassen diertje uit, alleen veel kleiner.
![]() |
![]() Het vrouwtje geeft de eitjes door. Het mannetje zal nu de opdracht volbrengen. |
Een massamoord:
Familie: Dolfijnen behoren tot de walvisachtigen. Er bestaan 2 soorten walvissen:
Baleinwalvissen: deze walvissen worden zo genoemd omdat ze in hun bek geen tanden hebben. Maar een soort lange draden, het lijkt een beetje op enorme borstelharen. | Tandwalvissen: deze walvissen worden zo genoemd omdat, de naam zegt het al, deze walvissen tanden in hun bek hebben. De dolfijn behoort tot deze groep. |
|
De dolfijn is een zoogdier net als de poes, de hond, enz...
Een zoogdier is een dier dat:
-
levende jongen ter wereld brengt
-
de jongen zoogt (ze melk geeft)
-
adem haalt met de longen
-
warmbloedig is: een constante lichaamstemperatuur heeft van 37 graden.
-
behaard is
De dolfijn is niet behaard. Een vacht zou lastig zijn onder water. Maar op de snuit zie je overblijfselen van haren.
Voedsel:
De dieren eten: haring, makreel, sprot, wijting, inktvis... Dolfijnen eten gemiddeld 8 kilo vis per dier per dag. De tanden (zo'n 100 stuks) dienen enkel om glibberige vissen te kunnen vangen, de vis wordt namelijk geheel doorgeslikt. Achter in de keel zit een kringspier, daar gaat alleen de vis binnen en het zoute water buiten. Dus pekelharing lust onze vriend niet (haha). Ze kunnen zich nooit verslikken !!!!!! Want de luchtpijp en de slokdarm zijn gescheiden.
Voortplanting:
Dolfijnen zijn op een leeftijd van 6 tot 10 jaar geslachtsrijp. Dan krijgen ze belangstelling voor elkaar. De paring kan het hele jaar door plaatsvinden. Een mannetje kan aan het water proeven of er een bronstig vrouwtje in de buurt is. Na een draagtijd van 1 jaar
(12 maanden) vindt de geboorte onder water plaats. Dit gebeurt in een andere volgorde dan bij de andere zoogdieren. Daar bedoel ik mee dat de staart eerst komt en alslaatste het hoofd. Maar wat als het hoofd er als eerste uitkomt???? Wel dat kan goed gaan maar het jong kan direct naar adem willen happen en verdrinken.
Tijdens het zogen legt het jong zijn tong om de tepels van de moeder. Het jong heeft geen zuigreflex, dus de moeder spuit de voeding in zijn bek. De melk is vet, stroperig en voedzaam. Na 3 maanden begint het jong met vis te spelen en even later zal hij trachten de vis op te eten.
Direct na de geboorte gaat de jonge dolfijn in een reflex naar het wateroppervlak om voor het eerst adem te halen. De moeder pikt de jonge spruit meteen op en neemt het aan de zijkant van haar lichaam mee. Dit heet de "slipstream". De slipstream werkt als een magneet op een magneetbord. Het jong is de magneet en de moeder het magneetbord. De moeder kan zo het jong goed sturen en beschermen tegen vijanden en obstakels.
Ademhaling:
De ademhaling verloopt via het blaasgat boven op het hoofd van de dolfijn. Dolfijnen hebben een longademhaling (zoals elk zoogdier trouwens). Omdat het blaasgat kort boven water is, moet de ademhaling krachtig en snel zijn. Vaak zie je dolfijnen water omhoog spuiten. Nee, dat is niet voor de show, maar door het temperatuurverschil van de uitgeademde lucht en de omgevingstemperatuur. Onder water wordt het blaasgat, dat omgeven is door veel spieren, afgesloten met een soort klepje. Tuimelaars (soort dolfijn) kunnen zo 15 minuten onder water blijven. Sommige soorten houden dit een uur vol.
Sonar:
De dolfijn maakt een bepaald geluid, dat wordt teruggekaatst door voorwerpen (vb vis, rots) en via de onderkaak weer opgevangen. Door een vetachtige stof in de kaak wordt het signaal doorgeleid naar het middenoor. Bij de dolfijn wordt het door de hersenen verwerkt en krijgt onze flipper een idee wat voor voorwerp het is. Bij de tuimelaardolfijn reikt de sonar tot ongeveer 100 meter.
Weetjes:
Lengte | tussen de 2 en 3 meter |
Gewicht | 250 tot 300 kilo |
Kleur |
|
Hieronder vind je enkele prachtige foto's over de
|
|
|
|
|
|
1. Het vogelbekdier
Het vogelbekdier is een heel eigenaardig dier. Het heeft de kenmerken van 3 andere dieren: de snavel van een eend, het lijf van een mol en de staart van een bever. Het vogelbekdier is een ZOOGDIER, maar legt eieren zoals een vogel. De eieren zijn ongeveer zo groot als een vingernagel en blauw/geel/wit van kleur. Wanneer de jongen uit het ei zijn, worden ze gezoogd door de moeder. Een vogelbekdier leeft in de rivieren van Australië en Tasmanië en het is 60cm lang, weegt 1 à 2 kilogram en wordt gemiddeld 5 jaar oud. Het heeft een bruine vacht met een goudkleurige buik.
2. Wat eet hij zoal?
Het is een gulzig dier dat per nacht ongeveer 1 kilogram eet. Hij voedt zich vooral met dierlijk voedsel. Behalve wormen en kikkers, eten deze snaveldieren ook kreeftjes, garnalen, kikkerdril, waterinsecten, waterslakken, … alles wat ze in en rond de rivier vinden.
3. Hoe ziet een vogelbekdier er uit?
De snavel is rubberachtig en soepel, niet zo hard als de snavel van een eend. Met de snavel zoekt het vogelbekdier naar voedsel tussen de rotsen en de kiezelstenen.
Vogelbekdieren zijn vooral ’s avonds en ’s nachts actief. Dan zoeken ze voedsel en overdag slapen ze in hun holen.
4. Woonplaats
Het vogelbekdier woont in holen die hij graaft, in de oevers van rivieren of meren. De tunnels kunnen wel 30 meter lang zijn.
5. Rovers
Het vogelbekdier moet zich op het land beschermen tegen roofvogels zoals de havik, de adelaar en de uil. Waterslangen en waterratten vallen de jongen aan in het nest. Om zich te beschermen maakt het VBD verschillende dammen in de tunnels naar het hol. Deze dammen zijn ongeveer 15cm hoog die hij stevig aanklopt met zijn staart. Een indringer zal proberen de eerste dam te doorbreken, maar geeft het daarna vaak op.
6. Gifpunten
1) Het vogelbekdier is het enige Australische zoogdier dat giftig is. Volwassen mannetjes hebben op de achterpoten een angel van ongeveer 1,5 cm lang die verbonden is met een gifklier. De mannetjes gebruiken deze gifpunten vooral in de paartijd tijdens hun gevechten met andere mannetjes om een vrouwtje.
2) Toen er vroeger nog gejaagd werd op vogelbekdieren werd er ook wel eens een jachthond gedood. Het gif is niet gevaarlijk voor mensen. Het is wel zeer pijnlijk als je gestoken wordt door een vogelbekdier. Het word na een tijdje een grote zwelling. Je kan het vergelijken met een bijensteek maar dan veel ernstiger.
7. De jongen
1) In de paartijd slapen mannetje en vrouwtje apart: het vrouwtje nestelt zich in een privé-hol, waar ze zal baren en haar jongen zal grootbrengen. De eieren, die ze legt, mogen niet uitdrogen. Daarom is het belangrijk dat er natte bladeren worden aangebracht, om de eieren te bedekken.
2) Een vogelbekdier legt meestal 2 à 3 eieren, die rubberachtig aanvoelen, net zoals bij reptielen. Die worden warm gehouden door het wollige lijf van het vrouwtje. Als de jongen een dag of 10 oud zijn, is het tijd om uit het ei te komen. Al die tijd eet de moeder niet en heeft ze de opdracht om het hol vochtig te houden.
3) Een pasgeboren jong is niet veel groter dan de nagel van je vinger. De kleintjes beginnen al gauw de melk op te likken, die uit de vacht komt. Want een vogelbekdier heeft geen tepels: de moedermelk komt gewoon uit de poriën. Na 16 weken kunnen de jongen zwemmen en zelf op zoek gaan naar voedsel. De moeder zal de jongen nog 6 weken zogen en beschermen.
Ik heb het onderwerp giraffe gekozen omdat ik iets meer over hen te weten wilde komen omdat ze zo lang waren…en ik had ze vaker in de dierentuin gezien en toen was ik er nieuwsgierig naar geworden en nu is het eigenlijk mijn lievelingsdier..

Hoefachtigen
Net zoals een paard, ezel en varken is een giraffe een hoefachtige, dat betekent dat ze dus hoeven hebben. Bij een paard en ezel is het één geheel, maar bij giraffen is het in tweeën gedeeld, dus eigenlijk twee tenen.
Waar komen giraffen veel voor?
Giraffen komen veel voor in Kenia en Tanzania. Dat zijn twee landen in Afrika. De giraffe behoort tot de familie van de evenhoevige. Dat ze dus twee tenen hebben. De giraffe heeft net zoveel halswervels als een mens dus 7 halswervels, maar omdat die wel dertig cm per wervel zijn, is die nek zo lang. Tel je daar de lange poten nog bij, dan kan een volwassen giraffe wel 6 meter hoog worden. Giraffen hebben ook nog kleine stompe horens. Ze zijn bruin met zwarte pluimpjes erop
Eten en drinken van de giraffe?
De giraffe heeft ook nog een hele bewegelijke tong. De tong is 40 cm lang en is helemaal zwart. Ook is die tong wel heel sterk, hij kan er bladeren en takjes mee van de boom afrukken. De giraffe eet wel 12 uur per dag. De giraffe eet: bladeren, takken, doorns en vruchten. Als er lange tijden van droogte zijn kan hij lang zonder water. Maar wanneer een giraffe moet drinken kan een leeuw of een hyena hem gemakkelijk aanvallen. Om te drinken moet hij namelijk zijn voorpoten spreiden. Een hyena of leeuw valt aan in de nek dat is de meest gevoelige plek van de giraffe.
Gewicht, lengte en leeftijd
De wetenschappelijke naam voor de giraffe is: Giraffa camelopardalis. De Engelse naam is: gewoon hoe wij zeggen giraffe. De meeste giraffen worden 15 tot 25 jaar en de lengte is meestal 4 tot 6 meter. Het gewicht is van 550 kilo tot 1930 kilo. Zij leven in groepjes van 5 tot 20, of soms zelfs 40 dieren. Hun sterke gezichtvermogen en gehoor waarschuwen hen voor naderend gevaar. Giraffen kunnen heel hard rennen, als ze moeten vluchten, de snelheid is: 65 km per uur en hij kan ook nog zwemmen.
De geboorte:
Net zoals bij vele dieren verschijnen eerst de hoefjes en dan komt het donkere snuitje tevoorschijn. Het girafje wordt naar buiten geperst en valt dan van een hoogte van 2 meter op de grond. De moeder besnuffelt dan haar jong en likt het met haar lange tong. Het jong is nat. Het jong probeert zijn kop op te tillen en op zijn poten te gaan staan. Dat lukt nu nog niet. Als het uiteindelijk lukt, ziet er nog niet uit. Het jong doet een stapje, wankelt en ligt alweer. Een uur na de geboorte kan het jong al zo lang staan dat hij ook bij de uier van zijn moeder kan, om te drinken. Een paar uur later loopt het jong al.
Verschillende Soorten Giraffen:
De net-giraffe:
De netgiraffe is te herkennen aan de grote hoekige vlekken die wordt gescheiden door rechte witte lijnen. Hij komt voor in het Noordoosten van Afrika.

De angola-giraffe
De angolagiraffe lijkt veel op de netgiraffe. Dus ook grote hoekige vlekken. Alleen zijn deze wat lichter en onregelmatiger. Hij komt voor in Zuidelijk Afrika.
De massai-giraffe
De massaigiraffe heeft donkere, onregelmatige vlekken. Ze zijn nog onregelmatiger dan de vlekken van de angolagiraffe. Hij leeft in Kenia en Tanzania.
De Okapi
De Okapi is een bosgiraffe ze komen alleen voor in het Ituriwoud in Zaïre. De Okapi is een soort kruising van een giraffe en een zebra. De Okapi is naaste familie van de giraffe, maar is veel kleiner en zijn nek is niet zo lang. Het meest opvallend aan het uiterlijk zijn de witte strepen op zijn poten, die sterk in tegenstelling staan met zijn donkerbruine lijf. Hij heeft grote ogen en oren en alleen de mannetjes hebben twee stompe horens. De okapi heeft een dertig centimeter lange blauwe tong, en hij weegt 250 kilo. Een echte telling is nog niet gedaan, maar er wordt aangenomen dat er 10 tot 25 duizend Okapi’s in het wild leven. Er zijn ongeveer 80 Okapi’s in dierentuinen in de wereld te bekijken. In Amerika zijn 41 dierentuinen waar Okapi’s te zien zijn.
De gevechten
Het leven van een mannetje is onrustig ze vechten telkens onder elkaar uit wie het sterkst is. Met opgeheven kop dagen ze elkaar uit, klaar voor het gevecht. De mannetjes gebruiken hun zware kop met hoorns als wapen. De mannetjes gebruiken nooit hun hoeven in een gevecht. Vrouwtjes doen niet mee aan de gevechten. Soms raakt een giraffe gewond of bewusteloos, maar er vallen zelden doden. Het zijn schijngevechten om wie het sterkst is. Na een kwartier vechten geeft meestal wel een mannetje op, als hij zich opgeeft doet hij een paar stappen opzij. Het mannetje wordt na dat hij het gevecht verloren heeft niet uit de groep verjaagd. En dan gaan ze weer verder met voedsel verzamelen.
Hazenslaapjes
Tegen de avond als het gaat schemeren, begint de giraf zijn nachtrust. Echt slapen komt er niet van, want het gevaar voor roofdieren blijft ook 's nachts bestaan. Zo nu en dan gaat hij liggen, en met de kop overeind dut hij heel licht in. De lange oorschelpen blijven bewegen om te horen of er een vijand nadert. Soms buigt hij de kop naar achteren voor een korte diepe slaap. De nachtrust wordt vaak even onderbroken om rechtop te gaan staan. Soms eet de giraf wat, loopt een eindje en gaat weer liggen.
Schone oren
Als de giraffe acht weken oud is, is de giraffe nog steeds bij zijn moeder.
Die likt haar jong schoon, vooral achter de oren want daar kan de kleine zelf niet bij. Ook laat de moeder goed zien wat je als giraffe wel en niet kunt eten.
Ook mensen jagen op giraffen !
Vroeger jaagden de mensen op giraffen omdat ze het vlees wilden eten. Ze vonden het vlees erg lekker. Tegenwoordig worden giraffen gedood om hun staart. Daar worden geluksarmbanden en vliegenmeppers van gemaakt. De giraf is geen bedreigde diersoort. Vooral omdat volwassen giraffen in de grote natuurparken eigenlijk geen natuurlijke vijanden hebben. Groepen van meer dan 100 dieren is niet ongewoon.
Maar vroeger, toen de blanke mensen kwamen, werden er hele kudden giraffen tegelijk afgeslacht, vooral in Zuid-Afrika. Eind vorige eeuw was het aantal giraffen daarom veel minder geworden.
In Oost-Afrika werden jachten georganiseerd om trofeeën (Overwinningteken dat bestaat uit buitengemaakte wapens) te bemachtigen. Gelukkig zijn er reservaten opgericht om de giraffe te beschermen. In alle Afrikaanse landen is de giraffe beschermd. Hun toekomst is nu verzekerd, vooral dankzij de toeristen omdat die als ze op safari zijn naar de giraffen willen kijken.
De vlekken
Als de babygiraffe twee weken oud is gaan er zwarte plukjes haar op de hoorntjes groeien. Het staartje zwiept grappig heen en weer onder het lopen.
De giraf heeft een hele lange nek zodat hij zich overal goed schoon kan likken. Als de giraffe de moeder kwijt is, kijkt de kleine giraffe naar de vlekken op de grote giraffen en herkent dan de moeder.
Plaatjes van de spullen van een giraffe:


Ik vond het een heel interessant onderwerp.
Ik dacht dat ik al veel wist maar dat bleek achteraf
toch niet zo te zijn..
( ik wist wel veel ervan maar nog niet alles..)
Ik vond het NIET moeilijk om dit werkstuk te maken.
Ik maak heel graag werkstukken.
Het was een lerend onderwerp.
Ja, ik ben dingen tegen gekomen die ik nog niet wist..